Gepubliceerd op 22 augustus 2006
Aan het conflict tussen Libanon en Israël kwam op maandag 14 augustus een einde met de goedkeuring door beide landen van resolutie 1701 van de UNO-Veiligheidsraad over een staking van de vijandelijkheden. De menselijke balans van deze 34 dagen durende oorlog is heel zwaar, namelijk bijna 1300 burgerslachtoffers waarvan 1200 Libanezen. In Libanon werden meer dan 4000 mensen gewond en heel wat infrastructuur, industriële installaties maar ook woningen werden vernield en een kwart van de zowat 4 miljoen inwoners ging voor het geweld op de vlucht.
Naast de menselijke en materiële gevolgen, is er jammer genoeg ook veel schade aan het milieu berokkend en met name de olievervuiling als gevolg van de bombardementen op 13 en 15 juli op een elektriciteitscentrale op 30 km ten zuiden van Beiroet. Dertien duizend ton zogeheten " intermediate " olie lekte weg uit de opslagtanks van de centrale en kwam in de kuststreek over een afstand van 120 kilometer in zee terecht. Deze ramp, die een gebied trof dat al erg onder de vervuiling en de opwarming van het water te lijden had, werd nog verergerd omdat de opruimingswerkzaamheden niet konden beginnen vóór de vijandelijkheden waren beëindigd.
Beeld dat op 8 augustus laatstleden met het ASTER-instrument aan boord van de Terra-satelliet van NASA werd genomen.
Klik op de foto voor een visualisatie met volle resolutie(3243 kb) op de site van het Earth Observatory.
Sur l'image ASTER ci-dessus, la nappe de fuel apparaît en une nuance légèrement plus foncée de bleu à la surface de l'océan. On voit aisément que la nappe, poussée par des vents du sud-ouest, s'est étendue de la centrale située tout en bas de l'image jusque bien au nord de Beyrouth. La zone de Beyrouth, fortement urbanisée, apparaît en nuances de gris, avec les structures linéaires caractéristiques des zones urbaines.
Les nappes d'hydrocarbures ne sont pas toujours aisément identifiables sur les images obtenues à l'aide de capteurs passifs, qui enregistrent la part de rayonnement solaire renvoyée par la cible. Les mers y apparaissent en effet comme des surfaces sombres et la présence d'hydrocarbures ne modifie en général que très légèrement la couleur de ces surfaces. C'est pourquoi on utilise le plus souvent des capteurs actifs, comme les Radars qui envoient un signal vers la cible et enregistrent le signal réfléchi.
Au moment de la prise de vue de cette image ASTER, la nappe se trouvait dans une partie de l'image où la surface de la mer apparaît très claire, facilitant d'autant la visibilité de la nappe. En général, plus la surface de l'eau est "rugueuse" (du fait de l'agitation), plus l'eau apparaîtra claire. Comme les hydrocarbures ont un effet "amortisseur" sur les mouvements de l'eau, ils aplanissent sa surface et les zones polluées par des hydrocarbures apparaissent plus sombres.
Meer informatie