Gepubliceerd op 11 april 2017
Aan het eind van de noordelijke winter bereikt het arctische zee-ijs zijn grootste oppervlakte. Tegelijkertijd hebben de veel zachtere temperaturen aan de andere kant van de aarde veel van het bevroren zeewater rond Antarctica net doen smelten.
Hoewel de meetgegevens afkomstig zijn van satellieten die honderden kilometers van de actie verwijderd zijn, kunnen glaciologen ermee van dichtbij de seizoensgebonden en meerjaarlijkse evolutie van het Arctische en Antarctische zee-ijs opvolgen. Zee-ijs is immers van kapitaal belang voor het klimatologische evenwicht van onze planeet. Wanneer zeewater bevriest, wordt een deel van het zout afgegeven aan het water eronder. Dit erg koude water is dan ook erg zout, en duikt vanwege de hogere dichtheid naar grote diepte, waarmee het de grote oceaanstromingen aandrijft. Deze “lopende band” zorgt voor de uitwisseling van warmte tussen de polen en de tropen.
Dit jaar bereikte het Arctische zee-ijs een historisch laag maximum van amper 14,42 miljoen km² – maar liefst 1,2 miljoen km² minder dan de gemiddelde maximale oppervlakte van het zee-ijs tussen 1981 en 2010. Het is de laagste waarde die ooit is opgemeten sinds het begin van de satellietobservaties in 1979. Deze afname is bovendien geen eenmalig feit: het is de verderzetting van een trend die al decennia wordt waargenomen, met een gemiddelde afname van 2,8 % per decennium voor de maximale uitbreiding van de Arctische ijskap, en een afname van maar liefst 13,5 % per decennium voor het minimum aan het eind van de zomer.
Verrassender is het record dat dit jaar bereikt werd door de Antarctische poolkap. Begin maart bereikte de totale oppervlakte van het zee-ijs in die regio een dieptepunt van 2,11 miljoen m², maar liefst 184.000 km² minder dan het vorige record van 1997. In tegenstelling tot de Noordpool leek het ijspak rond Antarctica de afgelopen decennia immers licht toe te nemen, onderbroken door telkens een hevige afname in de herfst.
De glacioloog Jean-Louis Tison is op dit moment in Antarctica voor een expeditie die door BELSPO werd gecofinancierd. Tijdens een interview met Le Soir vlak voor zijn vertrek meldde hij dat deze afname van het zee-ijs weliswaar duidelijk gelinkt is aan de El Niño van dit jaar, maar niettemin erg verontrustend is: “We stellen vast dat elke El Niño een afname van het Antarctische zee-ijs in de hand werkt. Dit was het geval in 1982-1983, in 1986-1988, in 2009-2010… Maar zo’n grote afname is nog nooit eerder opgetekend. Misschien was de El Niño van dit jaar uitzonderlijk sterk. Maar bovenal lijkt het zee-ijs deze keer ondanks de komst van de winter niet te herstellen.”
Klik op de beelden om ze in hoge resolutie te bekijken op de NASA Earth Observatory website
Als we de totale afname van het ijs op de beide polen rond half februari 2017 bij elkaar optellen, komen we uit op een verlies van 2 miljoen km² vergeleken met het gemiddelde voor 1981-2010. Dat komt overeen met viermaal de oppervlakte van Spanje!
De seizoensgebonden evolutie van de poolkappen hangt natuurlijk af van een hele reeks parameters, en verschilt sterk van jaar tot jaar. Het is dus vooralsnog te vroeg om alarmerende conclusies te trekken. Maar als je deze records naast de intussen bewezen toename van de temperatuur op de polen legt, wordt de vrees voor het versnelde smelten van het poolijs – zowel zee-ijs als gletsjers en ijskappen – wel erg reëel.
Meer informatie:
Sea Ice Extent Sinks to Record Lows at Both Poles (NASA)
Charctic Interactive Sea Ice Graph (National Snow and Ice Data Center)
Six chercheurs belges au chevet de l’Antarctique (Le Soir, 3 avril 2017)