Sprinkhanen en satellieten

#Beeldselectie

Gepubliceerd op 18 oktober 2004

Wanneer, zoals afgelopen jaar, de winter en de lente voor voldoende vochtigheid hebben gezorgd, herleeft de Sahel. De schaarse vegetatie profiteert snel van de gunstige omstandigheden, maar helaas ook de bidsprinkhaan. Zijn in het zand verborgen eitjes kunnen eindelijk opengaan, de insecten kunnen zich zeer snel vermenigvuldigen en vertonen kuddegedrag (meer info over de gefaseerde transformatie vindt u op de website van Cirad). In enkele maanden tijd vormen zich reusachtige zwermen die zich met de wind mee verplaatsen op zoek naar voedsel. Ze kunnen zo tot 200km per dag afleggen. De schade die ze daarbij aanbrengen aan landbouwgewassen is aanzienlijk. De omvang van deze plaag kan beter geschat worden wanneer je bedenkt dat elk vrouwtje tot vier keer in haar bestaan eitjes kan leggen en dat elke worp tot wel 70 eitjes kan opleveren. Een volwassen sprinkhaan kan bovendien per dag het equivalent van zijn eigen gewicht verslinden. Een ton sprinkhanen, oftewel een klein deel van een gemiddelde zwerm, verbruikt aldus per dag evenveel als 2500 personen.

Welk nut hebben satellieten nu om deze plaag te bestrijden?
Vanzelfsprekend kan men de insecten zelf niet zien en volgen met behulp van satellieten (tenminste niet met de civiele systemen). Echter kan met behulp van indices die zijn afgeleid van satellietbeelden, zoals de NDVI (zie het Glossarium of de sectie Wegwijs in teledetectie), een nauwkeurige cartografie van de potentiële kuddezones worden opgesteld. Deze gegevens kunnen samen met meteorologische gegevens de plaatselijke autoriteiten helpen bij het opstellen van actieplannen voor de inzet van bestrijdingsmiddelen op een snelle, operationele wijze.

De invasie van sprinkhanen is dit jaar begonnen in Marokko en Algerije. De NDVI-index werd berekend op basis van de gegevens tussen 6 en 13 april. Deze gegevens werden vervolgens vergeleken met de gemiddelde index van de afgelopen vier jaren. De groene kleur betekent een dichtere vegetatie in 2004 ten opzichte van het gemiddelde van de voorgaande jaren. De groene zones vallen samen met de voortplantingszones vlakbij de grens tussen de woestijn en naburige humiede gronden. Op het einde van het vegetatieve groeiseizoen waren de sprinkhanen te talrijk om voldoende voedsel te vinden waarna ze zijn gemigreerd met de zomerwinden naar het Zuiden en het Oosten. Daar namen ze een gebied in dat zich uitstrekt van Mauritanië tot Tsjaad over ongeveer 4000km. Het onderste beeld werd bekomen op basis van gegevens tussen 28 augustus en 4 september. Het toont de potentiële zones die kunnen ingenomen worden door sprinkhanen. De inventarisatie door het FAO heeft aangetoond dat het effectief ging om zones die gekoloniseerd werden door sprinkhanen. Op 1 oktober is naar schatting 3 tot 4 miljoen hectare van de totale landoppervlakte ingenomen.

 

Meer info:
Dossier over de bidsprinkhaan op de website van het FAO