Wereldcartografie van NO2

#Beeldselectie, #Luchtvervuiling

Gepubliceerd op 7 september 2004

Dit beeld toont de gemiddelde mondiale verdeling van stikstofdioxyde (NO2) in de troposfeer (lage atmosfeer) voor het jaar 2003. Het is opgesteld op basis van gegevens die door het instrument SCIAMACHY (Scanning Imaging Absorption Spectrometer for Atmospheric Chartography) aan boord van de Europese satelliet Envisat worden verzameld. NO2, evenals andere stikstofoxyden, is een zeer reactieve atmosferische verontreinigende stof die hoofdzakelijk door de verbranding van koolwaterstoffen wordt geproduceerd (wegverkeer, elektrische installaties en andere verbranding van industriële of huishoudelijke oorsprong). Op het beeld blijkt duidelijk dat de voornaamste bronnen van NO2 de grote stadszones met hoge bevolkingsdichtheid, de sterk geïndustrialiseerde zones en de elektriciteitscentrales zijn. Bosbranden produceren lagere hoeveelheden NO2, maar deze kunnen zich wel over grote afstanden verspreiden.

Envisat is de grootste en meest complexe aardobservatiesatelliet ooit gelanceerd. Ze is operationeel sinds 2002. Haar nuttige lading bestaat uit tien geavanceerde optische en radar instrumenten die een onafgebroken bestudering van ons planeetoppervlak (land, zeeën, oceanen en ijs) toelaat, maar tevens van de ons omringende atmosfeer.

Een van haar instrumenten, SCIAMACHY genaamd, is ontworpen voor de meting van bepaalde atmosferische bestanddelen die een rol spelen in de problematiek betreffende het troposferisch ozon, het broeikaseffect en de klimatologische veranderingen, zoals bijvoorbeeld methaan (CH4), de koolstof- en de stikstofoxyden. Het instrument bestaat uit een spectrometer die met een grote gevoeligheid de optische absorptie meet in UV, zichtbare en nabij-infrarode golflengtegebieden binnen het 240-1700 nm bereik, en in 2 geselecteerde gebieden tussen 2 en 2.4 micron.

De troposferische bestanddelen kunnen worden gedetecteerd dankzij hun specifieke spectrale absorptie- en emmissiekenmerken. Men moet echter rekening houden met een zekere interferentie die te wijten is aan het voorkomen van andere bestanddelen tussen de satelliet en de troposfeer, zoals bijvoorbeeld een wolkendek of aërosolen. Ook indien een bepaalde molecule zowel in de troposfeer als in de stratosfeer voorkomt, zijn voor de nauwkeurige schatting van het troposferisch aandeel speciale technieken vereist zoals bijvoorbeeld de residuele methode. Deze bestaat erin de aanwezige hoeveelheid in de stratosfeer te verwijderen uit de totale kolom gemeten in het satellietnadir. In het geval van SCIAMACHY kan de stratosferische kolom worden geschat door gebruik te maken van twee verschillende kijkhoeken: quasi gelijktijdig wordt in Limb-modus het stratosferisch profiel gemeten en wordt een meting in Nadir-modus uitgevoerd. Door combinatie van de twee kan informatie worden verkregen over het troposferisch profiel.

 

In de Nadir-modus observeert de satelliet 
de atmosfeer onder het instrument.

In de Limb-modus kijkt het instrument naar 
de rand van de atmosfeer (horizon-metingen).

 

Meer info op de website van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie