Op 1 mei 2004 was de Europese Unie overgegaan tot de belangrijkste uitbreiding van haar geschiedenis, zowel qua omvang als qua verscheidenheid. De tien nieuwe lidstaten waren: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, de Tsjechische Republiek, Slovakije en Slovenië.
Het Europa van vijfentwintig was op papier ontstaan. Het is aan elk van ons om dit in realiteit te brengen. De uitbreiding blijft echter zeer abstract naar de mening van vele burgers. Weinig Europeanen zijn in staat om alle de lidstaten op te sommen en nog minder om ze te lokaliseren.
Het is duidelijk dat er nog dient gebouwd te worden aan het Europa. De bijgaande beelden vormen een interessant middel om de territoriale verscheidenheid van de Unie visueel te verduidelijken. Bovendien en in tegenstelling tot de politieke kaarten, vestigen zij de aandacht op het reliëf, de hydrographie en het bodemgebruik, stuk voor stuk elementen die het grondgebied over de nationale grenzen heen structuur geven. De beelden maken het dus mogelijk om de aandacht te vestigen op de elementen die eerder verenigen dan op de staatsgrenzen die verdelen.
Het opstellen van de poster werd bij die gelegenheid verwezenlijkt door de Unité de recherche en environnemétrie et géomatique van de Université catholique de Louvain. De poster bevat een satellietkaart van Europa die gerealiseerd werd op basis van een jaarsynthese van 366 SPOT VEGETATION beelden uit 2000. Daarnaast bevat de poster nog een tijdlijn met de verschillende stappen die tot de constructie van de Europese Unie hebben geleid (1945 tot heden) evenals een tekst die tot een meer diepgaande studie van het beeld uitnodigt.
Deze poster op A0-formaat was beschikbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. De poster is nu uitgeput.
Een nooit geziene gemeenschappelijke onderneming
Sinds haar oprichting heeft de Europese Unie niet opgehouden landen bijeen te brengen rond een sociaal project dat op waarden van democratie, vrede, ontwikkeling en solidariteit is gebaseerd.
De uitbreiding met 10 nieuwe leden in mei 2004 zorgde ervoor dat de Unie de grootste politieke entiteit ooit was die op vrijwillige basis werd gecreëerd. Verschillende kandidaatlanden zouden idit Europa kunnen vervoegen dat zich dan misschien zal uitstrekken van de Atlantische Oceaan tot de Oeral.
Voortgestuwd door een ongeëvenaard historisch proces is de Europese Unie bezig het leven te geven aan een nieuw soort staat.
Verzameld rond een gemeenschappelijke culturele erfenis zijn de leden van de Unie verenigd in een politieke en economische samenhang om eenstemmig in het concert der naties te spreken.
De verscheidenheid van de volkeren, van hun culturen en hun gebieden vormen zowel de grootste uitdaging als de grootste rijkdom van dit nieuwe Europa.
De creatie en de opeenvolgende uitbreidingen van de EU
- 1957 : Op 25 maart 1957 wordt de basis gelegd voor de Europese constructie. De ondertekening van het Verdrag van Parijs door België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland geeft ontstaan aan de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Het Europa van de Zes is geboren.
- 1973 : Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland vervoegen de pioniers in de EEG. Men spreekt voortaan van het Europa van de Negen.
- 1981 : Griekenland treedt toe tot de EEG.
- 1986 : Twee nieuwe lidstaten voegen zich bij de EEG: Portugal en Spanje.
- 1995 : De Europese Unie telt drie nieuwe leden: Oostenrijk, Finland en Zweden. Men spreekt dus van het Europa van de 15.
- 2004 : Integratie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slowakije en Slovenië. Aldus bereikt de EU zijn grootste omvang en wordt de grootste politieke entiteit ontstaan op vrijwillige basis. Men spreekt voortaan van het Europa van de 25.
Sinds 2004 zijn er 3 nieuwe landen toegetreden tot de Europese Unie: Roemenië en Bulgarije in 2007 en Kroatië in 2013.
Zich verder verdiepen
De Europese Commissie stelt u een reeks publicaties ter beschikking (brochures, kaarten, cd-roms....): http://europa.eu/about-eu/basic-information/index_nl.htm
Een indrukwekkende territoriale verscheidenheid
De Europese Unie bestaat uit een groot aantal natuurlijke regio's met over het algemeen geringe afmetingen.
Haar reliëf is zeer gediversifiëerd en wordt door zeer versneden kusten onderstreept. Honderden eilanden, van soms belangrijke oppervlakte zoals Groot-Brittanië, Ierland, Corsica, Sardinië, Sicilië, Kreta en Cyprus, bevolken zeeën met zeer verschillende kenmerken.
De noordelijke zeeën van geringe diepte worden door frequente stormen gekenmerkt maar bieden de gelegenheid tot winning van aardolie zoals in de Noordzee. De Middellandse Zee en de Zwarte Zee zijn kalme zeeën die grote diepte bereiken.
Noord-Europa is gelegen op een sokkel van zeer oude rotsen die door de Oostzee van de grote, slecht gedraineerde, met meertjes bezaaide Duits-Poolse ijsvlakte wordt gescheiden.
Van het Cantabrisch gebergte via de Pyereneeën en de Alpen tot de Karpaten strekt zich een bijna onafgebroken bergketen van 4000km uit. Deze wordt omringd door gebieden van gemiddelde hoogte (Centraal Massief, Zwarte Woude, Vogezen,...).
De uitgestrekte natuurlijke gebieden worden ook verbonden door grote rivieren, zoals de Donau. Deze loop door acht landen en telt vier hoofdsteden op zijn oevers.
Maar sinds duizenden jaren zijn het vooral de mensen die hun sporen achtergelaten hebben op het territorium en aan de basis liggen van een lappendeken van landschappen waarin landbouwvlakten afwisselen met weilanden en bosgebieden, vaak in hoger gelegen gebieden.
Over het geheel genomen geniet de Unie van een zacht klimaat, eerder oceanisch in het westen, continentaal in het centrum en subpolair in het noorden. Het Middellandsezeebekken in het zuiden wordt door een warmer en droger klimaat gekenmerkt.
Een dicht bevolkt gebied
Hoffelijkheid van de NASA (Gegevens : Defense Meteorological Satellite Program - Operational Linescan)
Met 7,3% van de wereldbevolking op een oppervlakte die overeenkomt met 3% van de aardse landmassa is de Europese Unie één van de dichtstbevolkte gebieden op aarde.
De urbanisatiegraad is zeer hoog. Acht op tien Europeanen leven in de stad en één op drie leeft in een agglomeratie met meer dan één miljoen inwoners (cijfers 2003).
Zoals het nachtbeeld aantoont is het stadsnetwerk zowel zeer compact als ongelijk verspreid. Bepaalde gebieden hebben een vroegtijdige industriële revolutie gekend die heden in een dicht netwerk van stadskernen tot uiting komt.
Een groot deel van de bevolking is geconcentreerd in een boog die Zuid-Engeland verbindt met Lombardije en de Benelux en het Rijn-Roerbekken omvat. Deze boog is 1500 km lang en telt 70 miljoen inwoners.
Andere grote bevolkingsdichtheden zijn te vinden in de hoofdsteden (Parijs, Madrid,...), de kustzones (Middellandse Zee, Noordzee, Atlantische kust), de grote valleien (vlakte van de Po,...) en de industriegebieden (Zuid-Polen,...).