Hoewel tropische regenwouden slechts 7% van de landoppervlakte op aarde bestrijken, huisvesten ze waarschijnlijk de helft van alle soorten op aarde. Daarom vormt de verwoesting van de regenwouden tegen de alarmerende snelheid van 13 miljoen hectare per jaar een enorme bedreiging voor de biodiversiteit op aarde.

Oliepalmplantages in de provincie Kalimantan - Bron

Ontbossing in de tropen 

Het FAO-rapport van 2005 over de status van ‘s werelds woudvoorraden besluit dat, hoewel de netto ontbossingsnelheid is gedaald sinds 1990-2000, nog steeds zo’n 13 miljoen hectare oerbos verdwijnt per jaar, waaronder 6 miljoen hectare primair woud (woud zonder zichtbare tekenen van vroegere of huidige menselijke activiteiten), die beschouwd worden als de biologisch meest diverse ecosystemen op de planeet.

In Zuid-Amerika (waar grote stukken Amazonewoud geruimd worden voor rundveeranches en sojaplantages) en Afrika verdwenen netto de grootste hoeveelheden regenwoud tussen 2000 en 2005, terwijl er in Azië netto 1 miljoen hectare bos per jaar bijkomt, hoofdzakelijk ten gevolge van grootschalige herbebossing in China.

De gebieden met de hoogste tropische ontbossing waren echter Centraal-Amerika (1,3% of 285.000 hectare) en tropisch Azië, dat jaarlijks zo’n 1% van zijn wouden kwijtspeelde. Tussen 2000 en 2005 ging in de Aziatische Stille Zuidzeeregio meer dan 6 miljoen hectare natuurlijk woud verloren.

Tegen een snelheid van 380 ha (5 voetbalvelden) per minuut is Indonesië na Brazilië het land met het grootste netto verlies van wouden. Zonder beschermingsacties zouden de tropische regenwouden van Indonesië leeggekapt zijn tegen 2022.

Bron

FAO definieert ontbossing als “de omzetting van bos naar een andere vorm van landgebruik of de langetermijn reductie van de bladerdakbedekking onder de minimale drempel van 10%.”

Monocultuur en biodiversiteit 

De Aziatische regio telt voor ongeveer een kwart van alle landoppervlakte op aarde, maar huisvest bijna 60% van de wereldbevolking. Enorme bevolkingsdruk doorheen de regio heeft bijgedragen aan de aanzienlijke woudkap in de regio.

Daarnaast zijn veel Aziatische landen de laatste jaren begonnen aan een periode van aanhoudende spectaculaire economische groei, wat leidt tot een toegenomen consumptie van bosgrondstoffen.

In Zuidoost-Azië en de Pacifische regio – en vooral in Maleisië, Indonesië en Papua Nieuw-Guinea – is de omzetting van oerwoud naar oliepalmplantages een van de belangrijkste oorzaken van ontbossing.

Sinds 1990 is de productie van palmolie met meer dan 50% toegenomen. In 2006 telden Indonesië en Maleisië samen voor 84% van de globale export van palmolie, en men verwacht dat de export tegen het jaar 2020 nog zal verdubbelen.

In oliepalmplantages is de biodiversiteit aanzienlijk lager dan zelfs in gekapte regenwouden.

Marktaandeel van de palmoliesector in 2008 - Bron: mongabay.com

Er is aangetoond dat het omzetten van oude wouden naar oliepalmplantages leidt tot een afname van 77% in het aantal woudvogelsoorten, 83% in het aantal vlindersoorten en een afname van 80 tot 100% in het aantal zoogdieren- en reptielensoorten. Ter vergelijking, secundair woud behoudt 30 jaar na het kappen nog zo’n 80% van de oorspronkelijke bossoorten.

Veel soorten uit tropische regenwouden zijn zeer kwetsbaar voor uitsterving doordat ze gespecialiseerd zijn voor microhabitats binnen het woud. Bovenop het aantal soorten dat verdwijnt als een gebied volledig ontbost wordt, worden de planten en dieren in de resterende bosfragmenten steeds kwetsbaarder voor uitsterving.

De randen van de fragmenten drogen uit en worden belaagd door de hete winden; volwassen regenwoudbomen sterven vaak als ze aan de rand staan. Escalerende veranderingen in de boom-, planten- en insectensoorten die kunnen overleven in de fragmenten doet de biodiversiteit snel achteruitgaan in het overblijvende regenwoud.

Bovendien, waar natuurlijke ecosystemen zijn omgezet naar andere vormen van landgebruik treden conflicten op tussen mens en dier, waarbij dieren de dood vinden en worden gestroopt voor de handel. Dit omvat tijgers, neushoorns, olifanten en orang-oetans, de enige grote mensapen die in Azië gevonden worden, in de wouden van Sumatra en Kalimantan (Borneo).

Calao pie (Anthracoceros albirostris) - Bron: Wikimedia

De afgelopen twintig jaar is 80% van de habitat van orang-oetans verloren gegaan. De orang-oetans zijn bijzonder kwetsbaar door hun extreem lange intergeboortelijk interval, typisch zo’n acht jaar, waardoor ze de traagst kwekende primaten op aarde zijn. Vandaag worden orang-oetans in het wild met uitsterven bedreigd.

Source: UNEP World Conservation Monitoring Centre

 

Bronnen

The state of the forest - Indonesia 
Global Forest Resources assessment 2005 - FAO 
Tropical Deforestation - Earth Observatory 
World deforestation rates and forest cover statistics, 2000-2005 & Tropical deforestation tables
A World Imperiled: Forces behind forest loss
Better management practices human-orangutan conflict - WWF

Link

Climate change and biodiversity (11 Jan 2010) - Published by the European Environment Agency in the framework of the International Year of Biodiversity.


Deze pagina werd geschreven in 2009, als extra informatie voor de posterserie "10 years of Imaging the Earth"