Verbrande gebieden in Afrika

Dit beeld toont, in het rood, de omvang van gebieden die afbrandden tussen april 2010 en maart 2011.

Vooral de savannes in de subtropen, aan beide zijden van de evenaar, zijn erg onderhevig aan jaarlijkse branden. Deels gaat het hier om natuurlijke branden, deels om aangestoken branden.

De totale oppervlakte van de seizoensbranden tussen april 2010 en maart 2011 is afgeleid van satellietgegevens en worden hier in het rood gemarkeerd op een SPOT VEGETATION beeld

De totale oppervlakte van de seizoensbranden tussen april 2010 en maart 2011 is afgeleid van satellietgegevens en worden hier in het rood gemarkeerd op een SPOT VEGETATION beeld

Download de PDF

Afrika wordt vaak het "continent van het vuur" genoemd. Naar schatting de helft van de 750 miljoen hectare die jaarlijks wereldwijd in vlammen opgaan, bevindt zich in Afrika. OP globaal niveau zijn de zwaarst getroffen regio's Oost-Afrika, Centraal Afrika en Zuidelijk Afrika.

Hoewel de bosbranden gedurende het hele jaar kunnen voorkomen in Afrika, komt meer dan 90% voor in het droge seizoen. Doordat de vegetatie dood of in rust is, en de bomen hun blad verliezen, belandt er veel brandbaar materiaal op de grond.

Deze branden kunnen per toeval ontstaan, maar vaak worden ze opzettelijk aangestoken door de lokale bevolking. Vuur wordt immers traditioneel gebruikt als landbeheerswijze. In landbouwgebieden wordt het gebruikt om verdroogde resten te ruimen. Op weidegronden is vuur de voornaamste factor in de vertering van plantaardig materiaal, waardoor nitraten terug in de bodem kunnen dringen en de productiviteit van de gronden bewaard blijft. Vuur wordt ook gebruikt om kuddes te sturen of om ongeplande branden te vermijden.

Ook aangestoken vuren zijn echter niet altijd gecontroleerd. Ze kunnen zich snel verspreiden en enorme gebieden innemen. De weelderige aanwezigheid van droge vegetatie, de lage bevolkingsdichtheid en de afwezigheid van zones die kunnen fungeren als vuurvertrager, zijn allemaal zaken die verklaren waarom vuren zich zo verspreiden.

Branden kunnen dus grote schade tot zelfs sterfgevallen in de hand werken. Ze hebben ook een zware impact op klimaatverandering, aangezien ze verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijke uitstoot van broeikasgassen en aërosolen. Savanne- en bosbranden brengen bijna 3,5 miljard ton C02 en 17,5 miljoen ton aërosolen in de atmosfeer, wat neerkomt om respectievelijk 42% en 49% van de totale globale emissies.

Deze verschillende redenen verklaren de groeiende interesse voor de studie van vegetatiebranden. Tegenwoordig komt teledetectie naar voren als een waardvolle tool voor het opvolgen van branden en de objectieve evaluatie van uitstoot in de atmosfeer.